Menno Bandstra
'Menno Bandstra was de eerste goede
dammer in Friesland'

'Dammen was een groot deel van zijn leven'.
'Damjen wie myn alles'.

Menno Bandstra overleed op vrijdag 26 januari 1996.
De kop boven dit stuk is een uitspraak van Pieter Bergsma, die jarenlang Bandstra's tegenspeler was in diverse kampioenschappen.

Bij iemands dood dringen zich al gauw allerlei beelden bij je op.
Ik zie Bandstra met zijn onafscheidelijke sigaret, met zijn samengeknepen ogen en de lach om zijn mond. Ik hoor zijn hoge mijmerende stemgeluid, die vaak gepaard ging met verontwaardiging.
O.a. die keer dat hij zei dat ik overwegend stond en ik vroeg wat dat betekende.
Als vroege twintiger, op 10-11-1983 trapte ik eens tegen MB in het volgende openingszetje: 1.32-28 (18-23) 2.33-29 (23x32) 3.37x28 (16-21) ik schoof toen iets te snel de opbouwzet 4.39-33 ??? MB wist later in het clubblad te melden dat de Fransman Marcel Bonnard (zelfde initialen) zich hier al door liet verrassen in het tournooi om de wereldtitel op 22 oktober 1928. Er volgt simpel
4. .....(21-27) 5.31x22 (19-23) met winst. De zeven partijen, die ik tegen Bandstra heb mogen spelen, leveren een 9-5 score op in het voordeel van MB. Slechts één keer kreeg ik de 'fechtjas' op de knieën.
Dit was op 6 juni 1985 tijdens de tweede ronde van het Open Damkampioenschap van Leeuwarden. Er was toen voetbal op televisie !
Eén maal per jaar moest ik als penningmeester bij hem op bezoek om de contributie op te halen, want op de club zelf kwam hij niet meer.
Vooral in de eerste jaren belde hij mij op als ik in december nog niet was geweest. Of ik soms niet durfde, vroeg hij dan. En dan antwoordde ik maar weer, dat ik langs zou komen als ik bij hem in de buurt moest zijn.
Vaker kwam het voor dat we afspraken, dat ik dan maar direkt kwam, een half uurtje voor het avondeten. Aangekomen bij de éénhoog flat in de Curaçaostraat, nr. 71-b, stond Menno Bandstra al in de deuropening.
In de keuken pruttelde een sudderlapje. Hij kookte niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn zoon Sippe, die weldra thuis zou komen.
Hij had dan van alles voor hem gehaald, want:
'Die jonge sal niks te kort komme'.
Ik bleef vaak een kwartier, waarin vooral Bandstra het woord had.
Hij legde dan uit dat hij het dammen niet miste, omdat hij veel las (boeken van Agatha Christie, soms wel twee keer), puzzelde en naar tennis keek. Wat hij ook veel deed was probleemstanden oplossen.
Partijen van anderen naspelen deed hij al lang niet meer.
Je moest oppassen niet het verkeerde onderwerp aan te snijden, want dan werd Bandstra weer strijdlustig en overtuigd van zijn gelijk.
De club deed het in zijn ogen niet altijd goed.
Zo wilde MB eens persoonlijk geld steken in een speler (Bauke Bies) om hem voor Huizum te behouden, iets waar de club toch wat voorzichtig mee om wilde gaan.
Eén van de laatste keren dat ik hem bezocht, sloeg de rook mij op de keel toen ik de woonkamer binnentrad. Ik maakte hier een zijdelingse opmerking over. Bandstra hief daarop zijn handen in de lucht en maakte enkele strekoefeningen, daarbij lichtjes door de knieën verende.
'Ik bin nog lenig genoeg', zei hij dan.
De jongere dammers noemden Bandstra gekscherend Meno Bantano, naar een sigarettenmerk (Mantano). Hieruit kwam de opmerking voort dat Bandstra in de Meno-pauze zat toen hij een poosje niet actief was.
Ledenvergaderingen met Menno Bandstra leverden altijd wel enige discussie op, want meedenkend was hij.

In Huizumer nr. 14 neemt hij de pen weer op:
'Als reden hiervoor moet men zien mijn deelname aan de strijd om het persoonlijk Damkampioenschap van Leeuwarden. Dit toernooi heeft plotseling een einde gemaakt aan mijn inacitiviteit, ook al omdat nog onverwacht de meno-pauze werd beëindigd. Hieruit ontwaakt zijnde, is de drang ontstaan naar productiviteit, die aangewend zal worden om het peil van 'De Huizumer' in stand te houden of zo men dat wenst, te vergroten. Daar het in de bedoeling ligt alle gespeelde partijen in boek-werk te laten verschijnen, wat ongetwijfeld zal lukken, doordat Jan Terpstra, als een kleine fox-terriër tekeer ging als iemand het waagde niet volledig  te noteren, is het nu bijna vanzelfsprekend dat eventuele jeremiade's van  Jan Adema, over niet ontvangen partijen, zullen uitblijven'.

In dezelfde Huizumer kunnen we een standje aanschouwen, dat MB op het bord kreeg tegen een andere ex-kampioen van Leeuwarden, de inmiddels ook al overleden J. Slippens, die hij wekelijks een bezoekje bracht.
Wie nog eens iets wil teruglezen over Menno Bandstra kan dit doen in de Huizumers nr. 3, 4, 5 (rubriek Toen en Nu).
Onregelmatig daarna verschenen in diverse Huizumers analyses en partijstandbesprekingen van zijn hand.

Incidenten

In november van het jaar 1983 haakte Menno Bandstra af van de persoonlijke wedstrijden om het damkampioenschap van Friesland. Oorzaak een arbitrale beslissing, die MB nogal had aangegrepen.
Het afhaken werd als competitie-vervalsing gezien en wedstrijdleider Tamme van der let diende daarop een verzoek tot schorsing in voor de periode van een jaar.
Het unieke incident speelde zich af in de 6e ronde van het F.K.
MB speelde een partij tegen Jappie de Vries uit Damwoude.
Bij de tijdcontrole ging De Vries uit van een remise-aanbod van Bandstra, terwijl laatstgenoemde in de veronderstelling verkeerde dat De Vries de partij had opgegeven. Op grond van getuigenverklaringen (PT + ASp) werd De Vries in het gelijk gesteld. Bandstra tekende protest aan, maar een beroepscommissie stelde hem opnieuw in het ongelijk. De lol was er toen duidelijk voor Bandstra af. Zonder de mogelijkheid te nemen voor een nieuw protest deelde hij mee zich uit het toernooi terug te trekken.

'Foar myn gemoedsrest is it better dat ik der mei ophâld', aldus Bandstra, 'want it hat my tige oangrepen. Ik ha ek tsjin de wedstriidlieder sein dat as ik gjin gelyk krij dan kap ik der mei.' De lezingen over het voorval verschillen nogal. Bandstra zegt dat hij de uitgestoken hand van De Vries heeft aangepakt, maar De Vries daarentegen beweert dat Bandstra met een remiseaanbod is gekomen, wat door hem werd geaccepteerd.
Twee clubgenoten van Bandstra, de Huizumspelers Piet Tuik en Auke Spijkstra bevestigen die lezing.
De schorsing, die Bandstra aan de broek krijgt, deert hem niet zoveel.
'Ik hie al útmakke dat it no dien wie, wat dat oanbelanget kin it my neat skele as se my skorse. De klubwedstriden bliuw ik noch wol gewoan spyljen. Mar ik wurd no beskuldige fan ûnsportyf gedrag en dêr ha se my nea fan betichte kinnen,' aldus Bandstra.  (Bron : LC of FD).

December 1983
Het bestuur van de Provinciale Friese Dambond heeft de schorsing van Menno bandstra ingetrokken, omdat MB zich niet terugtrok, omdat hij zich niet kon verenigen met een arbitrale beslissing, maar omdat hij het, mee door eerdere incidentjes, mentaal niet meer kon opbrengen het toernooi uit te spelen. MB heeft toegezegd ook in zijn vijftigste damjaar weer aan de halve finales deel te nemen en ook zijn damactiviteiten bij de damclub Huizum te hervatten. (Bron : LC of FD).
Juni 1987
Tijdens de ledenvergadering van Damclub Huizum op 25 juni 1987
(zie notulen in Huizumer nrs. 23 + 24) worden de tiental-samenstellingen bekendgemaakt. Menno Bandstra is hierbij niet aanwezig. Hij is ingedeeld in het tweede tiental.
Diverse leden stellen vragen over de motivering van het bestuur om bepaalde spelers wel en andere spelers niet te kiezen in bepaalde tientallen. Hans Dammingh vraagt of Bandstra ambities had om in het eerste te spelen. Voorzitter: 'Ja'. Verder vraagt Dammingh of jongere spelers geen voorkeursbehandeling behoren te krijgen bij het vaststellen van de keuze. Voorzitter: 'moeten wij dan spelers als Bosselaar, J. Talsma en B.T. Visser passeren ?'
In de periode na deze vergadering leverde Menno Bandstra een schrijven bij mij af, bestemd voor de leden, dat drie getypte A-4-vellen omvat
(in ± 40-voud), met als titel: 'Ter overdenking':

'Het zal velen verbaasd hebben dat een zekere Bandstra, die er toch alle belang bij had om zich van een keuzeplaats te verzekeren - het bestuur wist dit - verstek liet gaan op de vergadering van 25 juni j.l.
Zij zullen allicht nog verbaasder zijn thans te vernemen, dat ik pas in september 1988 weer op de club zal verschijnen.
Een dergelijk vergaand besluit eist natuurlijk uitleg, maar ik hoop dat de leden, die er recht op hebben waar de schoen wringt, na het lezen van dit schrijven, er begrip voor op zullen weten te brengen..........................'
Het hele stuk kunnen we niet publiceren. Na de inleiding legt Bandstra uit hoe alles is gegaan. Dat hem eerst goede kansen werden gegeven om in het eerste te komen, maar dat latere uitspraken van de voorzitter/bestuur bij hem de alarmklok deden luiden.
'....................Ik kreeg tevens nog te horen niet zo goed gespeeld te hebben in het tweede tiental. Een grove leugen, want ik had gewonnen van Noorman en Kor Dijk. Tegen de laatste pas na vijf uren, waardoor Nagel voor mij boodschappen ging halen (Bandstra was de volgende dag jarig en kon onmogelijk zelf voor de winkelsluitinstijd o.a. een blik met vruchten op sap halen). U hebt het zelf kunnen lezen in één van de 'Huizumers'. Bovendien had ik topscorer kunnen worden........'
Bandstra voelde zich vertrapt, gekwetst en vernederd '.........door een man, die als hij werkelijk gewild zou hebben, mijn vurigste wens had kunnen vervullen......'
Intussen had Bandstra met een ander bestuurslid gebeld om te vragen hoe zijn kansen voor het 1e tiental lagen. Dat bestuurslid zei toen niets te kunnen zeggen. MB hield daarna de eer aan zichzelf en deelde de voorzitter op 24 juni 1987 telefonisch mee niet voor Huizum uit te willen komen en pas terug te komen in september 1988.
Toch werd hij een paar uur voor de bewuste vergadering op 25 juni nog door de samensteller van het tweede gevraagd of hij beschikbaar was.
Bandstra bleef bij zijn besluit, maar was woest toen hij in De Huizumer las dat hij toch in het tweede was opgesteld. Hij betichte het bestuur van willekeur bij het bepalen van de keuzeplaatsen voor de tientallen.
'.......Afgezien van het feit dat enkele bestuursleden niet in staat zijn iemand op speelsterkte te beoordelen, mag aangenomen worden dat bij vooral de jongeren, de voorkeur uitgaat naar jonge spelers, misschien wel vriendjes. Over een oude bok van bijna 70 jaar, kan gedacht worden:
Het mag dan heus niet een onaardige man zijn, maar om hem te kiezen, nee hoor, hij is er misschien volgend jaar niet eens meer.
Een slechte gedachte ?  Welnee, 65 +'ers worden door de moderne jeugd vaak als afgedaan bestempeld........'
MB wilde niet op de vergadering verschijnen, omdat het gevaar bestond gewoon af te gaan in deze emotionele kwestie.
'....Tot volgend jaar, deo volen'te .'

Tijdens de ledenvergadering van 3 september 1987 is Bandstra zelf aanwezig. De voorzitter deelt mee, dat hij deze dag een brief bij Bandstra in de bus heeft gedaan met een mogelijke oplossing. Deze brief had MB nog niet gelezen. Pieter Bergsma moest opnieuw worden geopereerd en Bandstra zou gedurende de ziekenhuisopname en de herstelperiode de plaats van Bergsma in mogen nemen. In de pauze is dit MB verteld.
Hij houdt het in beraad. Maar nog voor het einde van de vergadering heeft MB de zaal verlaten met de mededeling niet van mening te zijn veranderd. Het bestuur zou bewust de reden hebben verzwegen, waarom hij niet op de vergadering van 25 juni aanwezig was.
Genoeg over de incidenten. In 1988 speelde Bandstra toch weer mee in Huizum-1. De laatste jaren kwam de voorzitter regelmatig bij hem op bezoek en hij is altijd lid gebleven van Huizum en van de bond.

Anekdotes

Menno Bandstra speelde veel als simultaanspeler in de provincie. Vaak was de fiets het enige vervoermiddel. Ook heeft hij de afstand van Zwartewegsend naar Huizum wel gelopen. Net als die keer met Roel Bergsma, toen moest men lopend van Heerenveen richting Huizum.
Tijdens de strenge winter toog hij naar een plaatsje in de Zuidwesthoek van Friesland. Het vroor 10 graden. Er waren 34 deelnemers en aardig wat toeschouwers. MB wilde net de tweede ronde inzetten toen de voorzitter met de hoed rond ging, vanwege de onkosten. MB heeft hier nooit iets van gezien. Wel was afgesproken dat hij bij de voorzitter kon blijven slapen. Het was gaan dooien en MB moest de volgende morgen per schaats en trein terug naar Leeuwarden zien te komen. Het kostte hem een snipperdag. Verstrooidheid kwam ook wel eens voor. Met de verkeerde hoed terugkomen uit Sneek, met de verkeerde regenjas uit Hengelo, in de verkeerde trein stappen (richting Grou i.p.v.  Sneek) en dan moeten lopen naar Irnsum en met de taxi verder naar Langweer. Stranden met Pieter Bergsma in Zwolle en daar moeten overnachten. Met de sigaret in de koffie roeren.
In Utrecht moest MB eens een clubwedstrijd vooruit spelen tegen de blinde meester Olsen. Deze moest halverwege de partij naar het toilet en vroeg MB hem te begeleiden. Op de terugweg zei de blinde Olsen:  'Mijnheer, u loopt verkeerd'.
Bandstra: 'Mijn grootste misdaad is geweest een krant met een damrubriek er in, onder een gasstel in de keuken van een gasthuis te jatten in 1936.' MB was ook betrokken bij die keer (1987) dat we met vijf man bij Theo Kieffer in de auto naar DVK (Groningen) reden. Ik was de enige niet roker en zat in het midden achterin.
De rest rookte er lustig op los en Bandstra was aan het woord, de hele reis. Het werd erg mistig in de auto. Bij Drachten misten we de afslag naar Groningen. Al een eindje op weg richting Assen werd er gekeerd. Het gesprek kwam weer op gang en wederom werd de afslag gemist.
Nu zaten we weer richting Leeuwarden. Keren op de Wâldwei is overigens verboden. De derde poging slaagde. Bandstra verloor in Groningen bij het uitstappen een knoop van zijn regenjas.


De uitvaartdienst

30-1-1996 Uitvaartcentrum a/d Rengerslaan te Leeuwarden.
Er waren naast familieleden, buren, oud-buren, ook een aantal dammers.
Zo'n 65 mensen in totaal. Enkele daarvan hebben hem nog gekend vanuit het gerenommeerde DCL. Juist Jelmer Miedema kon die dag niet komen wegens een staar-operatie.

Achterop de kist stond een dambord, waarop de schijven waren vastgeplakt. De witte kroonschijf ontbrak. De dochter verklaarde dat MB een centrale rol had vervult in het gezin Bandstra, vooral toen de moeder van het gezin voorgoed moest worden opgenomen in een inrichting.
De kroonschijf is een belangrijke schijf in het damspel. Het ontbreken van deze schijf stond symbool voor het verlies van vader.

De dominee vergeleek het leven met een spel en de wereld met het speelveld met nu eens lichte vlakken en dan eens donkere vlakken.
Steeds krijgt men te maken met tegenstanders. In dat leven moeten we onze zetten bepalen om te overwinnen.

Anton sprak een woord namens de club en dit kan hij goed.
Bandstra kon wel eens stug overkomen, maar wie hem beter kende, kon daar doorheen prikken en dan viel dat alleszins mee. Via het dammen kon MB omhoog komen. Enige bijscholing zorgde voor een goede schrijfstijl.

Zoon Sjoerd schetste het thuiszijn met vader. Wij zaten in de kamer en vader zat aan tafel achter het dambord. Hij zei dan niet veel, maar hij was er en wij konden onze gang gaan. Ondanks het gemis van een moeder gaf dit toch een stuk geborgenheid, die MB zelf moest missen.

Dochter Klaasje moest al vroeg inspringen in het gezin. Toch kreeg ze van haar vader de kans met andere jongeren om te gaan. Hij steunde haar in haar kerkelijke interesses. Ze vertelde dat ze toch wel trots waren geweest op hun vaders prestaties in de damsport. Op het dambord dat hij als jongen kocht voor ƒ. 2,50 had hij altijd thuis zitten spelen.

En dit bord is met hem begraven op het Huizumer kerkhof.


Gegevens Menno Bandstra

Geboren    :    14-9-1917 te Anjum.
Overleden    :    26-1-1996 te Leeuwarden/Huizum.
Kinderen    :    Sippe, Klaasje en Sjoerd.
Echtgenote    :    Trijntje Regina de Vries, opgenomen in Zuidlaren.
Wonende    :    Vroeger > Dirk Boutstraat. Later > Curaçaostraat 71b.
Werk        :    Bij Koopmans Meelfabrieken: voorman van een werkvloer.
17-2-1934    :    Op 16½ jarige leeftijd in korte broek + lange zwarte
kousen en flinke portie lood in schoenen naar oprichting
            van d.c. Gezellig Samenzijn. Trapte meteen in Koningszet.
18-2-1934    :    Aanschaf dambord voor ƒ. 2,50 , een heel bedrag in
            crisistijd. Reactie vader: 'Do bist net wiis'.
Herfst 1935    :    Per fiets op bezoek bij Roel (18) en Pieter (8) Bergsma te
            Wartena, nadat hij twee problemen van hun in de
Leeuwarder Courant had zien staan.
1939        :    Voor het eerst Damkampioen van Friesland.
Gaat veel simultaan-spelen. Er volgden nog 9 kampioen-
schappen in 1940, '41, '44, '46, '47, '51, '55, '57 en 1964.
In totaal 42 x deelnemer aan de F.K.-finale, 't laatst in '83.
1940        :    Voor het eerst Damkampioen van Leeuwarden.
Meer titels volgden in 1942, 1943, 1944, 1946, 1949, 1951,             1957, 1958 en 1959.
1946        :    Redacteur bondsblad Pfdb: 'Mededelingenblad'.
Hiervan zijn drie nummers verschenen.
Rond deze tijd werd MB ook redacteur van de damrubriek
            in het Friesch Dagblad, wat 25-30 jaar volhield.
1950        :    Gezellig Samenzijn Amsterdam - D.C.L. 13-7. Aan de
bovenste 4 borden treffen 4 kampioenen van Nederland 4
kampioenen van Friesland. Stand daar: 3-5. Keller-MB 1-1.
1952        :    Debuut in de finale om het kampioenschap van Nederland             (9e). Ook in 1961 (12e) en 1965 (14e) speelde MB mee.
1964        :    Maakt overstap van D.C.Leeuwarden naar D.C.Huizum.
Eenzelfde stap maakten vader Chris met Harm Wiersma.
1974        :    Met 1e tiental Huizum landskampioen.
1976        :    Lid van verdienste KNDB.
1982        :    Lid van verdienste PFDB.
?        :    Lid van verdienste D.C. Huizum.
1984        :    50 jaar dammer. Schenkt club  ƒ. 1.000,-- voor demonstra-
tiebord.
Zijn damcarrière was groots. In Huizum-1 maakte hij alle
succesjaren mee op hoofdklasse-niveau.

Naast zijn activiteiten op het Hollandse dambord had Menno Bandstra ook belangstelling voor het dammen Fries Spel. Er is zelfs een zet naar hem vernoemd. De Bandstra-zet.

We hebben Hein de Vries gevraagd uit te leggen hoe deze gaat.
Hein de Vries:
In "Geheimen van een eindspel" van Hiele Walinga wordt 43-38 de Bandstrazet genoemd.
Dit boekwerkje is geheel gewijd aan een witte dam en een witte schijf, tegen
een zwarte dam. In een specifieke stelling namelijk een witte dam op 46 en
een witte schijf op 28, tegen een zwarte dam op 43, wordt na de zet 28-22
van wit, 43-38 voor zwart de Bandstrazet genoemd.
De witte schijf loopt nu in de zogenaamde fuikstelling en zal de damlijn
niet meer kunnen halen.

Het boekje kan rechtstreeks besteld worden bij de zoon van wijlen H. Walinga:
Siebe Walinga, voorzitter bond,
Hagenadyk 21
Oudega W.
(Tekst en foto: Sietse Nagel, Huzum)
Menno Bandstra
Menno Bandstra